(bron Mensa for Kids):
- Vlugge taalontwikkeling, deze kinderen zijn verbaal sterk, ze weten goed onder woorden te brengen wat ze wel of niet fijn vinden, ze gebruiken daarbij 'moeilijke' woorden die ze goed begrijpen, de zinnen zijn lang en grammaticaal juist.
- Vaak zijn ze vroeg met lezen, dat leren ze zichzelf aan. Zodra ze kunnen lezen is de kans groot dat ze dat ook 'op z'n kop' kunnen.
- Grote mate van nieuwsgierigheid, hoe werkt iets, waarom werkt het zo, hoe komt het dat, ze stellen heel veel onderzoekende vragen.
- Heel sterk geheugen, deze kinderen komen met details die je verbaasd doen staan.
- Makkelijk leren, weinig herhaling nodig, veel begrip van oorzaak/ gevolg en dat al voordat ze het kunnen benoemen, makkelijk onderlinge verbanden leggen, vragen stellen waaruit duidelijk blijkt dat ze complexe onderwerpen proberen te doorgronden.
- Vaak vrienden met 'oudere' kinderen, ze kunnen eenzaam zijn, sommigen hebben een 'onzichtbaar'/ zelfbedacht vriendje.
- Ze zijn zich al vroeg bewust van hun omgeving.
- Ze kunnen gedurende langere periode (maanden, jaren) bezig zijn met één onderwerp en dat helemaal uitdiepen (dinosaurussen, vulkanen, het menselijk lichaam).
- Ze hebben een intuïtief begrip van wiskunde.